Nieuws

(Ge)keten(d) Samenwerken

Om deze blog te schrijven, moet ik ook eerlijk uit de kast komen en zeggen dat ik naar het programma “op de boerderij” van Yvonne Jaspers heb gekeken. Nu hoor ik inmiddels bij de doelgroep van Omroep Max, dus daarom hoop ik dat u het mij vergeeft.

Maar waar het om gaat is dat een varkensboer heel lang twijfelde of hij wel op televisie zijn veehouderij wilde laten zien, uit angst voor de reacties van dierenliefhebbers als “stichting Wakker Dier”. Hij hield liefdevol een klein biggetje vast, terwijl moeder op een kunststof vloer in een klein hok lag en 12 andere biggetjes zoogde.  Het contrast was groot.

In het kort is dit wat hij vertelde:

Hij maakt graag grotere hokken, met stro op de vloer, en spel dingetjes voor de varkens. Ja, zelfs een modderbad. Maar omdat de consument niet bereid is meer te betalen voor een stukje gezond vlees, kan hij het zich dat niet permitteren. Veel varkensboeren krijgen nu al te weinig betaald om een gezonde bedrijfsvoering in stand te houden.

We praten als consument wel over het schandaal rondom de kiloknallers, en we zijn diep verontwaardigd als we bij Yvonne de varkentjes in de kleine hokken zien staan, maar we zijn niet bereid om dan zelf de beurs te trekken.

Is dat nu zuinigheid, of kijken we gewoon niet graag over de keten heen? In de bouw zien we eigenlijk hetzelfde gebeuren. In tijden dat de prijzen voor vastgoed onder druk staan, zullen opdrachtgevers de ontwikkelaars uitknijpen, de ontwikkelaars de aannemers, de aannemers de onderaannemers en zo voort, tot aan de laatste in de keten die voor 15 euro per uur met timmeren zijn brood moet verdienen. En dan maar klagen dat we zo weinig vaklui in de bouw hebben, de kwaliteit tegenwoordig zo tegenvalt en dat er nauwelijks meer Nederlands wordt gesproken op de bouwplaats.

En nu de vraag naar woningen goed is, draait het weer om. Degenen die voorheen voor het lage tarief buffelden, stuwen de prijzen omhoog. Ze moeten immers weer een buffer opbouwen voor als zij straks weer uitgeknepen worden. Dus schiet in de gehele keten de prijs omhoog en komen marges weer onder druk te staan.  Klagen we weer dat de huizen zo duur zijn en er een tekort aan vaklieden is.

De vraag is eigenlijk precies als bij varkensvlees. Waar wordt de winst nu echt gemaakt. Bij het vlees is dat niet de supermarkt. En ook niet bij de groothandel. Er wordt eigenlijk bijna geen winst gemaakt. En daar profiteert vooral de consument van. In de bouw lijkt de consument er niet echt van te profiteren.

Over jezelf heen kijken

Over de keten heen kijken is over jezelf heen kijken. Als de consument beseft dat door het kopen van een stuk vlees tegen deze prijs de supermarkt franchisenemer verlies lijdt, waardoor zijn inkomen onder druk staat en hij maar met moeite zijn dochter op schoolreis kan laten gaan. Als de consument weet dat in het abattoir de onderbetaalde uitbener 50 uur per week moet werken om zijn gezin eten te geven, en dat de varkensboer ieder dubbeltje moet omdraaien om zijn varkens een gezond leven (voor zo lang het duurt) te geven, zou hij dan niet bereid zijn om een euro meer te betalen en dan misschien minder vlees te eten?

En zouden kopers van een nieuwbouwwoning zich ook niet beter voelen als zij weten dat het geld dat zij besteden niet aan 1 strijkstok blijft hangen, maar dat iedereen in de keten een normale boterham heeft verdiend. Alleen al doordat waarschijnlijk de kwaliteit van het huis beter is omdat iedereen er met plezier aan gewerkt heeft.

Als iedereen in de keten eens over zijn buren heen kijkt, van begin tot aan het einde, dan worden we ons misschien meer bewust van hoe wij anderen, en daarmee ons zelf, vastketenen door ons eigen gedrag.

Naar nieuwsoverzicht